PROJECT
Matisklo
In Matisklo zoekt Bosse Provoost met zes andere theatermakers naar de limieten van het uitspreekbare en afbeeldbare aan de hand van gedichten van Paul Celan, kostuums die een mens opslokken en hoopjes bezielde materie.
Celan gaat als overlever van de Holocaust moreel en talig tot het uiterste. Zijn poëzie reikt naar wat zich ‘voorbij’ de taal bevindt: een wereld lang voor of ver voorbij de mensen, een spreken vanuit het eigen dood¬-zijn…
Ieder woord is als een steen die opgepakt en vanuit meerdere richtingen bekeken kan worden. Drie spelers doen een worp.
Ook enkele ambigue en in zichzelf gekeerde ‘figuren’ maken hun opwachting. Welke spreidsprongen aan beteke¬nis en verbeelding ontstaan er wanneer deze figuren en de gedichten van Celan elkaar ontmoeten?
Getuigt het duister aan de hemel niet van het verre sterren¬licht dat onze wereld onmogelijk kan bereiken? Matisklo is een uitnodiging om naar ‘zwartsterren’ te turen.
DRAADZONNEN
(Paul Celan, Ademkeer)
boven de grauwzwarte kaalslag.
Een boom-
hoge gedachte
grijpt de lichtklank: er zijn
nog liederen te zingen, voorbij
de mensen