Uit de laatste lichting afgestudeerden aan P.A.R.T.S. trad Guilloteau op de voorgrond met zijn eindwerk Love me two times, een solo waarin hij het geheugen thematiseert. Vertrokken van de idee om de resten te presenteren van een portret dat hij zelf nooit zag, is de voorstelling een opeenstapeling van ‘mogelijkheden’ geworden. Al kijkend schetst de toeschouwer zelf de contouren van dit personage waarvan het meest sprekend lichaamsdeel, het gezicht, zelden zichtbaar is.
“When I use my memory, I ask it to produce whatever it is that I wish to remember. Some things are produced immediately; some are forthcoming only after a delay, as though they were being brought out from some hiding places; spilling from the memory, thrusting themselves upon us when what wewant is something quite different, as much as to say: “Perhaps we are what we want to remember.”
Augustinus