PROJECT
MOLD
‘MOLD’ verwijst naar twee zeer verschillende dingen: het is een soort schimmel maar ook een holle container om een specifieke vorm of patroon te gieten. Als schimmel functioneert hij als een myceliaal netwerk dat groeit op manieren die oncontroleerbaar lijken: verbinden, koloniseren, infecteren, verteren, vruchtzetten en sporen produceren. Als patroon is het een matrix, een vorm die vorm geeft aan kneedbare zaken. MOLD wil het conflict ensceneren tussen spontane proliferatie en casting, tussen twee verschillende logica’s in hetzelfde lichaam.
Puttend uit een verscheidenheid van praktijken – mycologie, mode, fermentatie, dans en beeldhouwkunst – benadert MOLD de theatermachine als een veelvoud van lichamen. MOLD is niet alleen een voorstelling, maar ook een boerderij. Een omgeving waar dans, objecten, publiek, licht, muziek, geuren en kostuums op elkaar inwerken als levende culturen. Een tuin gewijd aan cultiveren, achterlaten, enten, vlechten, dupliceren, ontkiemen, opwarmen en vergaan.